Karten kan je op twee verschillende plekken doen: binnen en buiten, of ook wel indoor en outdoor. Wat zijn hier nu de verschillen in? Dat lees je in deze blog!
Lees ook: dit zijn alle kartbanen in Nederland
Indoor karten
Verreweg de meeste kartcircuits in Nederland hebben een dak boven zich. Dat komt natuurlijk door ons regenachtige klimaat, je zal in het zuiden van Europa bijvoorbeeld eerder een buitenbaan tegenkomen dan een binnenbaan. In Nederland zijn er echter meer indoor kartbanen, soms zelfs met verschillende verdiepingen erin.
Indoor is vaak meer gericht op het ‘recreatieve’ karten, zoals je zelf wellicht ook weleens met je vrienden of familie doet. Je kan hier rijden met de normale huurkarts, welke meestal snelheden van zo’n 50 tot 60 kilometer per uur behalen. Mocht je op zo’n baan uit de bocht vliegen, dan zal je meestal direct in de bandenstapels terecht komen. Dat is een groot verschil met buiten, waar je vaak een uitloopstuk met gras, grind of asfalt hebt.
Ondanks dat indoor karten meestal als ‘recreatief karten’ wordt gezien, kun je hier ook ontzettend veel wedstrijden of kartlessen volgen. Je hebt dan geen eigen materiaal nodig, je rijdt namelijk met huurkarts.
Outdoor karten
Op een outdoor circuit zal je meestal hogere snelheden behalen met de normale huurkarts, deze gaan vaak namelijk minimaal 70 kilometer per uur. Deze banen zijn dan ook vaker gericht op het wedstrijdrijden met privé karts die (veel) hogere snelheden halen.
Lees ook: dit zijn de snelheden van karts
Op een outdoor circuit speelt het weer een belangrijke rol, mocht je in de regen terecht komen is dat namelijk compleet anders rijden dan op een droge kartbaan. Een indoorbaan is natuurlijk altijd droog, of er moet een lekkage zijn…